Het Waterschap Limburg doodde in de eerste vier maanden van dit jaar 15 bevers. In een persbericht zette Waterschap Limburg (WL) de noodzaak
daarvan uiteen. (zie blog van 24 april) Op
de vele vragen die er bij mij nog overbleven kreeg ik uitgebreid antwoord. Te
uitgebreid om dat in één blog te proppen, dus ik doe dat in delen.
Vandaag over de wijze van vangen en doden. Daarna volgen
nog:
2. De situatie in Obbicht die aanleiding gaf bevers te
vangen.
3. Mijn ervaringen met de bevers in Obbicht.
4. Wat doen we met gevangen/gedode bevers?
5. Toekomst
Waterschap Limburg (WL) heeft op 3 locaties bevers gevangen.
Ze zijn begonnen in het Bronbos van de Kingbeek in Obbicht, later volgden de
Oostrumse beek (gemeente Venray) en de Neerpeelbeek (gemeenten
Nederweert/Leudal). Hier zorgde het verhoogd waterpeil door beverdammen voor
natte akkers en schade voor agrariërs. Het Waterschap maakte hoge kosten om dit
te voorkomen. Daarnaast bestond hier het risico van ingezakte taluds,
onderhoudspaden en wegen door de aanwezigheid van vele oeverholen. Dit bracht volgens
WL onacceptabele veiligheidsrisico’s met zich mee voor wandelaars,
automobilisten of onderhoudsmedewerkers. Bij de Oostrumse beek zijn 4 bevers gedood
en bij de Neerpeelbeek 3. In Obbicht werden 8 bevers gedood. Ik beperk me in
mijn blog tot de situatie in Obbicht, omdat ik de 2 andere locaties onvoldoende
ken.
Het vangen van de bevers is gebeurd door werknemers
(rattenvangers) van WL. Per locatie zat er een team van 3 mensen op. Ze werkten
doorgaans met z’n tweeën. Het vangen is gebeurd met vangkooien, waarin appels
werden gelegd als lokmiddel. Als er een bever in kwam viel er een klep naar
beneden en ging er een seintje naar WL. De bevers werden ter plekke in de kooi
gedood met een kogel. De rattenvangers zijn allen in het bezit van een
jachtakte. Elk team leerde gaandeweg de vangperiode wat de beste werkwijze was,
wat werkte en wat juist niet op de betreffende locatie.
Om te controleren of alle bevers waren gevangen werden er
cameravallen opgehangen, die rouleerden tussen de 3 locaties. Helaas hebben cameravallen
nogal aantrekkingskracht op dieven. Van mij zijn er in de loop van de jaren 2
ontvreemd en ook WL kreeg met diefstal te maken. Toen de cameravallen aantoonden
dat nog niet alle bevers waren gevangen en het gedrag van de bevers daar
aanleiding toe gaf is men op één van de locaties overgegaan tot schieten in het
veld.
Ook gingen de werknemers van WL gebruikmaken van castoreum
van beverfamilies van andere locaties en smeerden dit in de vangkooi. Castoreum
(bevergeil) is voor bevers een communicatiemiddel en wordt aangebracht om hun
territorium af te bakenen. De geur van het castoreum van een vreemde familie werkte
goed; het lokte de nieuwsgierige/verontruste bevers regelrecht de vangkooi in.
Persoonlijk vind ik het een goede vondst om dit te proberen;
ik was er zelf niet opgekomen.
Het schieten op de beverlocaties heeft volgens WL niet
geleid tot grote onrust bij de overgebleven dieren. Het vangen kon gewoon doorgaan.
Ook heeft men geen last gehad van publiek (behalve dan het stelen van
apparatuur) dat de zaak saboteerde. Volgens WL waren er slechts weinig mensen
die de vanglocaties kenden (enkele boeren in Noord Limburg), maar persoonlijk
denk ik dat het toch wel veel mensen moet zijn opgevallen.
Het vangen is nu gestopt tot september, omdat de jonge bevers
vanaf nu geboren worden. “Met vallen en opstaan hebben we geprobeerd dit zo
goed mogelijk te doen”, verklaarde de woordvoerster van WL. “Het is achteraf
gezien makkelijker gegaan dan we hadden gedacht en ook de Provincie is daarover
opgelucht”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten