zondag 22 juni 2014

Luchtbelletjes rond de kano



Een vroege ochtend bij de Asseltse Plassen, waar we liggen met onze boot. Om kwart over vier kwam ik uit mijn bed en even na half 5 peddel ik al naar een beverburcht. Het is mistig en nog een beetje donker. Bij de burcht in de hoek van de plassen was ik gisteravond ook en ik zag de hele avond niets. Tot mijn verbazing ontdekte ik bij de burcht een voetbal en het was juist op een avond dat het Nederlands elftal moest spelen. Een rare associatie kreeg ik, van bevers die van voetbal houden en voor de buis zaten want geen van hen kwam buiten de burcht. 


 Maar nu, deze morgen, ga ik het anders aanpakken. Ik denk eerlijk gezegd dat ze de burcht hebben verlaten en een ander onderkomen hebben gebouwd. Mijn vermoeden wordt bevestigd als ik nog iets verder in de hoek een bever door de mist zie schuiven met een enorme tak bij zich. Hij verdwijnt tussen het riet. Als de bevers nu hier een burcht bewonen kan ik er niets van zien. Die plek kan ik niet bereiken met de kano.

Geen enkele bever laat zich meer zien. Daarom ga ik eens rond peddelen op plekken waar ik anders niet kom. Maar hoe veel oevers ik ook inspecteer; geen bever te zien. Dan maar naar een bekende locatie tegenover de hoge kademuur bij Eind. Daar is een burcht met een paar schuwe bevers. Ik wacht een poos, maar vrees dat ze al naar bed zijn. Het is ondertussen half 7 geworden en volop licht. 

 
Dan hoor ik ineens geborrel van water bij de burcht. Van onder de begroeiing zie ik een spoor van luchtbelletjes. Daar in de diepte zwemt een bever die denkt dat ik hem niet zie. Rondom de kano trekt het belletjesspoor naar een struik aan de overkant. Daar hoor ik na een tijdje het geknabbel van een etende bever.
Nog meer geborrel hoor ik en een tweede bever maakt een belletjesspoor. Die zie ik heel even een tak afbijten en er meteen weer de diepte mee ingaan. Het is een zwarte bever. Dit kat-en-muis-spelletje gaat een half uur door. Ik lig heel stil in de kano te wachten en de bevers maken belletjessporen rondom me. Ze laten zich nauwelijks zien.



Ineens, als ik een tijdje niets heb gehoord en gezien ontdek ik er een, een bruine, op een eilandje waar het meestal stikt van de watervogels. Tjonge, die waagt het ineens om op de oever te lopen, terwijl ik dacht dat ze hier zo schuw zijn. Ik kan hem mooi filmen terwijl hij gras eet. Hij neemt hij een flinke stengel en eet die half zittend in het water op en tenslotte zwemt hij rustig met zijn kop boven water richting burcht. Zeker ineens niet bang meer voor de kano? 



Ik peddel terug naar de boot, maar zie tot mijn verrassing in de verte nog een bever door het water gaan. Het is al half 8. Met een flinke vaart zwemt deze onder de oever door en gaat met een sierlijke duik onder op een voor mij nieuwe plek. Is hier ook al een hol? Bevers spotten is altijd weer verrassend.

1 opmerking: