Bij de burcht is het ijs onbetrouwbaar. Eigenlijk maar goed ook, dat bespaart de bever een heleboel stress. In dit deel is zelfs nog open water. Als de bever een flinke hap lucht neemt zwemt hij vanuit de burcht zo onder het ijs door naar de oever of de eilandjes om te eten. Ook kan hij de Maas op.
Iets noordelijker bij Oost-Maarland, richting Maastricht, nemen we ook poolshoogte. Een door de bever gevelde en ontschorste boom maakt het ons daarbij gemakkelijk, mooi stoeltje om de ijzers onder te binden.
Hier ligt een spiegelgladde ijsvloer met een dun laagje poedersneeuw. Langs de oever van een eilandje stikt het van de beversporen. Ik durf er niet helemaal omheen te schaatsen, want aan de kant waar de Maas stroomt is nog niemand op de schaats geweest. Ik zak er liever niet door. Veel knaagsporen hier.
Ik ontdek een leuk beversspoor. De bever heeft zich hier op het ijs gewaagd. Ik zie pootsporen en daaroverheen een sleepspoor van z'n staart. Maar blijkbaar beviel het hem niet op het ijs. Hij heeft als een kunstrijder een klein 'achtje' gedraaid en is toen op z'n schreden teruggekeerd naar de oever.
Op de terugweg kijk ik ook nog bij de Pietersplas waar een burcht aan de oostoever zit. Er liggen verse takken op de burcht en de inham is niet helemaal dichtgevroren. Mogelijkheden genoeg voor de bever om de winter te doorstaan. Nog 1 nachtvorst en dan valt de dooi in. Zou de bever dat ook weten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten