dinsdag 15 september 2015

Een droevig einde



Ouderdom komt met gebreken, een waarheid als een koe. Voor mensen die beginnen te rammelen, te kraken en te schuren is er meestal wel een hulpmiddel of medicijn om haperende lichamelijke functies te compenseren en pijnen te verlichten.
Hoe anders is het in de natuur. Een dier dat aftakelt moet het alleen zien te rooien. Geen mantelzorger in de buurt, geen medicijn voorhanden. 


Voor de dode bever die ik onlangs zag moet het levenseinde een drama zijn geweest.
 

 

Van een bevriende boswachter kreeg ik een tip. Een wandelaar had deze dode bever aangetroffen in een weiland naast de Maas. 

Waarschijnlijk is het arme dier de hongerdood gestorven. Hij bezat nog maar twee tanden, één rechtsonder en één linksboven. 
Wat de reden ook mag zijn van het verlies van twee voortanden, met zo'n gebit valt niet te knagen.

Erger nog, de tanden belemmeren op den duur ook het eten van gras en planten. De tanden van de bever groeien immers altijd door.

Als hij niet knaagt groeien ze door z'n lippen heen en hij kan zijn bek niet meer dicht krijgen. (Zie de foto's van de boswachter)




Dat doorgroeien heeft bij een gezonde bever een belangrijke functie. Omdat het tandbeen aan de achterkant van de tand zachter van structuur is dan het harde glazuur aan de voorkant wordt de tand door het knagen vanzelf scherp gehouden. 

De tand slijt precies hard genoeg om functioneel te blijven en zelfs dikke bomen te kunnen vellen. 

Soms moet een bever wat extra knagen om de tanden op de juiste lengte te houden. Hij kiest dan wel eens een minder zachte houtsoort dan hij gewend is (populier, wilg), maar een hardere houtsoort (eik, beuk). Niet om het voedsel dus, maar om het gebitsonderhoud.

Maar als je, als bever, een gebit hebt waarin elementen ontbreken ziet het er droevig voor je uit. Je belangrijkste gereedschap om in leven te blijven werkt niet meer.

 



Ik denk dat de bever, toen hij eindelijk na lang lijden zijn dood voelde naderen, een stille oever heeft opgezocht om te sterven. 

De boswachter heeft het kadaver onder de bosjes gelegd, waar het zal ontbinden en tot voedsel dient voor andere dieren.


Daar heb ik hem nog gefotografeerd. Ik zag dat hij ook een gehavende staart had. Dat hebben veel bevers, daar valt wel mee te leven, maar het gebit moet in orde zijn.

1 opmerking: