De bever….door de ogen van Willy de Koning
Instinctief houdt een bever de oever beter in de gaten dan
het water. Dáár komt immers het gevaar vandaan: de wolf, de beer, de mens. In
het water voelt hij zich veilig en ja,…daar kom ik vandaan, in mijn kano. Zo
heb ik sinds 2007, vooral in mijn woonprovincie Limburg, al honderden bevers
mogen observeren en ze blijven me fascineren. In die jaren heb ik veel rondom
de bever zien veranderen, maar de bever zelf niet.
Tekst en foto’s: Willy
de Koning

‘Mijn’ eerste bever zag ik in de Biesbosch en ik viel als
een blok voor hem. Niet alleen omdat het een prachtig en veelzijdig dier is,
maar ook omdat het observeren – ik noem het ‘beveren’- altijd weer spannend is.
Laat hij zich zien, waar en hoe? Bevers ogen aandoenlijk, maar zijn bepaald
geen knuffeldieren. Ik zie wel eens foto’s van mensen met een bever op schoot,
maar voel zelf geen enkele neiging om een bever te aaien. Het is een wild dier
dat ik respecteer in zijn omgeving.
Komst van de bever
In 1988 werden de eerste 42 bevers in de Biesbosch
geherintroduceerd. Ik schat dat er in heel Nederland nu zo’n 2.000 bevers
leven, waarvan de helft in Limburg. In Limburg kwamen via de Maas uit de
Ardennen en via de Roer, Niers en Swalm uit Duitsland spontaan solitaire bevers
de provincie binnen. Daar zijn vanaf 2002 33 bevers bijgeplaatst. Door die
grote genetische variatie en een scala aan geschikte gebieden groeit de
populatie er veel harder dan elders in ons land. Zaten ze eerst vooral langs de
Maas en de Maasplassen; nu ze zitten bijna in mijn Sittardse achtertuin, want
ze trokken de beken op. Die zijn ondiep, maar daar zit de bever niet mee. Hij
bouwt een dam en creëert daarmee niet alleen een leefgebied voor zichzelf, maar
ook voor insecten, vissen, amfibieën en vogels.
Vaak verwijdert het waterschap de beverdammen, omdat de
verhoogde waterstand problemen zou opleveren voor boeren en zelf kunnen ze niet
met hun zware machines voor onderhoud langs de beken. In mijn ogen gebeurt dit
vaak onnodig en veel te rigoureus. Dammenbouw verbetert juist de waterkwaliteit
en levert een bijdrage aan het tegengaan van verdroging, iets waar de natuur
tijdens de laatste kurkdroge zomer grote behoefte aan had. Het was me dan ook
een raadsel waarom het waterschap op de automatische piloot toen nog doorging
met het verwijderen van de beverdammen.
Last en plezier
Steeds weer vind ik op nieuwe plekken hun sporen, bevers
weten elke uithoek te vinden. Ze leven in kanalen, visvijvers, boerensloten en
kasteelgrachten. Die enorme aanwas levert soms problemen op. Graverij in dijken
of onder wegen, het leeglopen van een kasteelgracht, vraatschade aan fruit- en
landbouwgewassen, het omleggen van monumentale bomen en hoge kosten voor
waterschap en overheden. Dat leidde ertoe dat de provincie overging tot het
maken van een Beverprotocol dat in uiterste gevallen het vangen en doden van de
(beschermde) bever toestaat.
We kunnen mijn favoriete knaagdier niet ongebreideld zijn
gang laten gaan. Komen er teveel conflicten, dan verliest de bever alle
draagvlak. Nu al klagen veel mensen tegen mij over de impact van de
beveractiviteiten. Ik ben daarom voorstander van dat protocol, waarin staat dat
er veel oplossingen zijn om doden te voorkomen. Bomen inpakken, dijken
beschermen, beaverdeceivers aanbrengen en natuurstroken inrichten. De bever
kost geld, maar levert ook veel op. Mooie natuur, gratis waterbeheer en heel
veel plezier.
Foto en film
Toen ik besefte dat het me heel goed afging om bevers te
observeren legde ik ze vast op film en foto. Van het één kwam het ander: ik
maakte dvd’s, schreef een boek, geef lezingen en vertoon films, organiseer
excursies, werkte mee aan een bioscoopfilm en word geraadpleegd door
deskundigen.
Niet alle plekken lenen zich om te ‘beveren’ vanuit de kano;
soms sta ik op de oever van een kleine rivier, zoals de Geul of de Roer, of bij
een beek. In onze vakanties varen we door Nederland en natuurlijk verblijf ik
dan het liefst in bevergebied. In de winter gebruik in wildcamera’s en zoek
naar sporen. Voortdurend probeer ik het beverleven beter te doorgronden en merk
dat niet alles wat in de boekjes staat ook klopt.
Zo zou de hele beverfamilie zich over de jongen ontfermen,
maar ik zie in de praktijk dat het altijd het moederdier is dat takjes voor hen
meeneemt en bij wie ze in de buurt blijven. Bevers lijken doorgaans op elkaar,
maar sommigen herken ik aan hun vachtkleur, de grootte, een litteken, een
scheve wenkbrauw- of snorhaar. Zo ontdekte ik dat ze elk hun eigen gewoontes
hebben bij het schillen van takjes. 70 procent begint altijd rechts te knagen;
30 procent links. Zou dat betekenen dat er linkshandige en rechtshandige bevers
zijn? Ik blijf het turven!
Verschillen in gedrag

En ik ken een beverfamilie die het presteert om, ongeacht de
windrichting, bijna alle bomen netjes in het water te laten vallen, terwijl bij
andere families de bomen schots en scheef omvallen, soms in andere bomen
blijven hangen.
De onderlinge communicatie van bevers intrigeert me. Vaak
stoeien ze en vlooien ze elkaar, maar ze kunnen ook heel onverdraagzaam zijn.
Met hun castoreum geven ze signalen af aan buitenstaanders. Ik kan het ruiken,
maar wat zou ik graag die boodschappen ontcijferen. Er valt voor mij nog veel
te ontdekken, de bever blijft me boeien!
Meer lezen over
beverbeheer?
Website Zoogdiervereniging: Standpunt van de
Zoogdiervereniging; hoe voorkomen we overlast van bevers.
Website ARK: Vier misverstanden over Limburgs beverbeheer
Kijk ook op Facebookpagina: Bevers in Nederland
Willy de Koning was
ooit verpleegkundige, werkte daarna als freelance-journalist en legde zich
vanaf 2009 toe op het volgen en filmen van bevers.