vrijdag 24 juni 2016

Hoogwater en leren van elkaar


 
Zoveel hoog water in het voorjaar, overstromende rivieren en beken, waterstromen die van alles met zich meesleuren. Wat gebeurt er eigenlijk met de jonge bevers die langs de beken wonen? Die vraag kreeg ik van Phlip Bossenbroek, gepensioneerd ecoloog van Staatsbosbeheer. Aanleiding voor die vraag was het aantreffen van platgelegen stukken hoog gras met paadjes ertussen. Zijn vraag luidde:
 

 






"Ik kom net terug van enkele uurtjes in het veld, Zelsterbeekdal bij Mussenhoek. Wilde daar de beide graslanden onderzoeken op aanwezigheid van orchideeën. Ze zijn inmiddels zo ver ontwikkeld dat er wel eens een exemplaar zou kunnen verschijnen. Helaas geen orchideeën gevonden, maar wel andere leuke soorten. Wat me opviel, was een flink aantal plat gelegen plekken in het hooiland, allemaal aan de kant van de beek en met onderlinge looppaadjes en wissels naar de beek toe. Ik vermoed dat dit van bevers zal zijn. Door de zeer hoge waterstanden die nu al meerdere dagen/weken aanhouden zijn de burchten, oeverholen e.d. Volstrekt onbruikbaar geworden. Ook het winterbed staat op veel plaatsen onder water. Het lijkt me logisch dat de dieren zo dicht mogelijk bij de beek schuilplaatsen zoeken. Wat dit voor de dit jaar geboren jongen zal betekenen, kan ik slechts gissen. Heb jij daar wellicht ook iets over gehoord of waargenomen?"

 
Daar werd ik erg nieuwsgierig van en daarom maken we een afspraak om ter plekke te gaan kijken. Ook fotograaf Hans Smulders gaat mee het Leudal in. 
Op de betreffende plek krijg ik meteen twijfels of dit sporen zijn van bevers. Inderdaad, het gras ligt plat met paadjes ertussen. Maar dat kunnen ook mensen hebben gedaan of andere dieren. 
Als bevers een hoogwaterschuilplaats zoeken doen ze dat liefst zo dicht mogelijk bij het water en dit ligt er een behoorlijk eind vanaf. Bovendien zijn in de directe nabijheid varens die volgens mij de voorkeur zouden hebben gekregen boven het grasland. Daaronder zouden ze zich kunnen verschuilen en vast niet met hun jongen in het open veld gaan liggen. Maar ook een schuilplaats onder de varens is niet nodig, want dichter bij het water zijn toch nog voldoende hoge oevers om holen te graven, ook als het water nog hoger staat.  

We bezoeken nog veel meer beverlocaties langs de beken in het Leudal. Ik raak mijn oriëntatie kwijt, want het gebied is onbekend voor mij. Beverburchten zijn hier nauwelijks, want een hol volstaat hier ook. 

We vinden in het dichte struikgewas enkele kleine burchten, maar die lijken niet meer in gebruik. 
Wel zijn er grote hoeveelheden lege schelpjes te zien. Phlip leert me dat het Aziatische korfmossels zijn die hier door bruine ratten naar toe worden genomen om te worden leeggegeten. 

Ook ziet hij tot zijn vreugde weer een nieuwe plek waar wilde orchideeën bloeien, hij wijst me andere planten, we horen veel vogels, zien vlinders, enzovoort. Het bevergeil geurt rijkelijk en dus vinden we verse geurmerken van de bevers, wissels, oude en verse knaagsporen. Tussen de planten en struiken zie ik de ingang van wat een hoogwaterhol zou kunnen zijn; ik kan er alleen niet dichtbij komen.

 

Het zal niet makkelijk zijn om hier de bevers zelf waar te nemen, want alles kronkelt en de begroeiing tiert welig. De bevers kunnen hier naar hartelust hun gang gaan en als het donker is wagen ze zich ook wel op de wat minder begroeide stukken. Bij een hoge, kale zandoever ligt een verse tak. 





 




De natuur is hier prachtig en het is een leerzame dag. Zo leer ik ook nog eens iets anders, want mijn natuurblik heeft zich wel erg verengd door altijd naar bevers te zoeken. 




Dat blijkt wederzijds, want Phlip mailt: "Je hebt mijn manier van kijken en zoeken beslist verder aangescherpt, en daar heb ik alleen maar voordeel van."


Een paar dagen later komt er een prachtige foto binnen van Hans Smulders met vossen op de plek van de platgelegen plekken in het hooiland. 
Zouden dat de zoogdieren zijn die deze sporen maakten? 
Of toch mensen? Op sommige vragen krijg je geen antwoord. 


En tenslotte, terugkomend op de vraag van Phlip: "Wat gebeurt er met de jonge bevers tijdens deze hoogwaterperiodes?" 
Hier en daar zal wel een slachtoffer vallen, denk ik. Niet overal zullen ze tijdig op een droge plek kunnen worden gebracht door de moeder en meegesleurd worden door het kolkende water. Dat is triest voor het desbetreffende beverjong, maar voor de beverstand (zeker in Limburg) is het misschien goed dat zo een natuurlijke regulatie plaatsvindt.  
Erg groot zal het aantal slachtoffers niet zijn denk ik, maar als de huidige regenval met deze enorme hoosbuien een voorbode zijn van een klimaattrend, dan wordt het op termijn een ander verhaal.




donderdag 16 juni 2016

Groei beverpopulatie in Noord Nederland

Het aantal bevers in Noord Nederland breidt zich snel uit. Tenminste, dat is mijn vermoeden op grond van meldingen die ik kreeg. Naast dit blog beheer ik ook een Facebookpagina over bevers. (Bevers in Nederland) Daar kreeg ik in 2 dagen tijd meldingen van drie nieuwe beverlocaties.

Dat de bevers zich ophouden in het Hunzegebied en ten zuiden en zuidwesten van Groningen is allang bekend. Bekend is ook dat daar voortplanting plaatsvindt. De jongen die 2 a 3 jaar oud zijn hebben hun eigen plekken gezocht en zijn verder weggetrokken. Daarnaast is volgens mij ook vanuit Duitsland een nieuwe Nederlandse vestiging ontstaan. Dat zou mooi zijn, want dat is goed voor de genetische variatie.

Over deze locaties doe ik nog even geen mededelingen zolang niet met zekerheid vaststaat dat zich hier bevers hebben gevestigd, maar alles lijkt erop dat de groei er behoorlijk inzit in de Noordelijke provincies. 

Binnenkort ga ik zelf die kant op en hopelijk heb ik tijd voor een onderzoekje.

Bijgaande foto mag ik gebruiken van één van deze melders. Hier zitten de bevers middenin een landbouwgebied en ze doen zich tegoed aan de bieten.

maandag 13 juni 2016

Ook nu: Modder op de burcht!


Een bever brengt in de herfst zijn burcht op orde met takken en modder, maar ook nu - als er jongen zijn - gebeurt dat soms. Gisteravond zag ik dat. 

Een adulte bever kwam een paar keer met een tak aangezwommen en bracht die op de burcht, waarna hij (maar ik denk: ZIJ) er modder op aanbracht. 

Dat gebeurde achter het struikgewas en het was er erg donker. Toch nog een redelijke foto kunnen maken tussen de buien door. 
 

De jongen die dit jaar zijn geboren zitten nog binnen. Ze komen meestal in mei ter wereld en blijven zes weken in de burcht. 

Daar krijgen ze moedermelk en blaadjes. 
Vanaf half juni, begin juli komen ze buiten op de meeste plekken en blijven dan eerst dicht bij de burcht, onder de begroeiing.

vrijdag 10 juni 2016

Natuurlijke vijand van de bever meldt zich

https://twitter.com/spitzenh/status/741190605976535041

Een prachtige tweet (link hierboven) van boswachter Spitzen van het Utrechts Landschap zag ik vanmorgen. Een vos heeft een jonge bever gevangen. Dat deel ik graag met jullie:  

De schitterende foto plaats ik hierbij. Bron: boswachter Spitzen

Ik vind het een bijzondere ontwikkeling. Jammer, voor dit bevertje, maar goed dat een natuurlijke vijand zich meldt. Met zoveel jonge bevertjes wordt het makkelijker voor een vos om er eens één te pakken te krijgen.
Ook de huidige hoge waterstanden in het voorjaar reduceren het aantal jonge bevers. Dat is triest voor de betrokken beverfamilies, maar het is voor de beheersbaarheid van de soort niet verkeerd.
Dit is een natuurlijke gang van zaken waar we als mens vermoedelijk anders tegenaan kijken dan dieren. We weten überhaupt niet hoe wilde dieren dit ervaren.
Overigens lijkt het me (voor zover ik de grootte vanaf een foto kan beoordelen) geen jonge bever van dit jaar, maar een jong van vorig jaar.



dinsdag 7 juni 2016

Bevers bij Elsloo en Stein




Goed verhaal van Jan Janssen bij de lokale omroep van Stein over de bevers in Stein en Elsloo. 

De bevers in Elsloo hebben een flinke dam gebouwd, waar sommige mensen zich al jaren aan storen. 

Hun wandelrondje is namelijk onderbroken door een waterplas. 

Er wordt ook al heel lang over een oplossing (verhoogde brug) gepraat, maar er is nog niets gebeurd. 

Op de foto met de kale bomen is de dam te zien in het voorjaar; op de andere foto (genomen vanaf de brug) is de dam helemaal begroeid. In het meer dat ervoor is ontstaan paaien de vissen. 

Het interview is in het Limburgs, maar prima te volgen voor wie het zelf niet spreekt (zoals ik). Jan Janssen is actief in een beverwerkgroepje.


Zie link hieronder voor het interview: 

 https://www.youtube.com/watch?v=chFIP7PuOxU

zaterdag 4 juni 2016

Overijssel wil geen Limburgse bevers

"NEE, DANK U. WIJ HEBBEN AL."
Overijssel wil geen Limburgse bevers. Ze waren in de aanbieding, maar het aanbod is afgeslagen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Voor je het weet zitten ze op plekken waar ze de gemeenschap op kosten jagen. Daarvan zijn voorbeelden genoeg te noemen, zoals natschade door dammenbouw, waardoor de waterstanden te hoog worden. Te laag kan ook, zoals onlangs nog bij een kasteel in Beesel. Daar liep het water uit de kasteelgracht weg ten gevolge van graverij door bevers. Graafschade veroorzaakt soms ook inzakkende taluds van beken en waterlopen. In het Brabantse Waalwijk veroorzaakten bevers gevaarlijke schade aan dijken. (Zie bericht van 1 juni 2016)
Natuurlijk is de bever nog steeds mijn favoriete dier, maar ik zie ook de keerzijde wel. Reguleren zal noodzaak worden. Dat moet volgens de wet, het zogenaamde 'Beverprotocol'.  Het is ook volgens dat protocol dat Limburg de overtollige bevers nu aanbiedt aan Overijssel. Die willen ze niet, dus moet men op zoek naar een andere provincie die wel interesse heeft. Zeeland misschien? Of Noord-Holland? En wat als ze allemaal "nee" zeggen? Dan gaat het straks echt over reguleren, doden dus?


Limburgse bevers niet naar Overijssel

De bevers die de afgelopen tijd in Limburg gevangen zijn komen niet naar Overijssel. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben een verzoek daarvoor afgewezen omdat dat het risico op schade in de provincie zou verhogen.

Afgelopen tijd heeft de provincie Limburg bevers gevangen omdat zij schade veroorzaken aan waterkeringen en dijken. De provincie Limburg zet in op het vangen en verplaatsen van bevers. In Limburg is echter al het geschikte leefgebied voor de bever bezet. Daarom heeft de provincie Limburg aan Gedeputeerde Staten gevraagd of zij bereid zijn bevers uit Limburg in Overijssel uit te laten zetten.

Gedeputeerde Staten hebben dit verzoek afgewezen. De verspreiding en het aantal bevers neemt zowel landelijk als in Overijssel toe. Gezien de ontwikkelingen in andere provincies is het niet ondenkbaar dat er ook in Overijssel op termijn schade door bevers op zal treden. Door bevers in Overijssel uit te zetten neemt het risico op schade toe.

bron: Provincie Overijssel, 31/05/16

Wil je meer weten over bevers? Bestel dan mijn dvd voor 10 euro. Stuur een mail naar willydekoning@home.nl en ik stuur je alle informatie over de dvd. 

 

woensdag 1 juni 2016

Als bevers een dijk ondermijnen.....

Bron bericht en foto's: Calutra/Zoogdiervereniging

https://calutra.wordpress.com/2016/05/20/een-bever-in-je-dijk-wat-nu/


door Vilmar Dijkstra (Zoogdiervereniging)
Waalwijk 17 Vilmar Dijkstra.JPG
Vorig jaar werd de Zoogdiervereniging benaderd door het Waterschap Brabantse Delta over een beverfamilie die al enkele jaren huist in de primaire waterkering langs de Bergsche Maas bij Waalwijk. Op de locatie aangekomen wordt aan de verzakkingen in de dijk al snel duidelijk dat de bevers zich niet alleen beperken tot een burcht die in/op de voet van de dijk ligt, maar ook verder de dijk in hebben gegraven. Bij navraag blijkt dat de bevers er zich in 2010 hebben gevestigd en dat er eerder een keer wat gaten zijn dichtgegooid.  Nu was echter een structurelere oplossing noodzakelijk.  Vanuit de Zoogdiervereniging hebben we geadviseerd om de burcht en de holen geheel te verwijderen en de voet van de dijk aan te passen zodat deze minder geschikt is om in te graven. De locatie was namelijk ideaal voor bevers om te graven: relatief diep water met een steilrandje waarop een dichte begroeiing van voornamelijk wilgenstruiken staat.
Waalwijk 29 Vilmar Dijkstra.JPG
Op de burcht was recent modder en takken opgebracht  en dat is een teken dat er op dat moment (juli 2015) jonge bevers in de burcht aanwezig waren. Mijn ervaring tijdens het onderzoek in de Biesbosch was namelijk dat indien er in het voorjaar of vroege zomer aan de burcht werd gebouwd, er jongen aanwezig waren. Andersom werkt deze redenering overigens niet:  als er niet in die periode aan een burcht wordt gebouwd, wil dat niet zeggen dat er geen jongen aanwezig zijn. Vanwege de aanwezigheid van die jongen en omdat het nog geen hoogwaterseizoen was, is toen besloten om tijdelijk een alternatief als dagrustplaats aan te bieden en in september de burcht en holen weg te halen. De bevers hadden dan nog tijd genoeg om voor de winter een nieuwe goede dagrustplaats te creëren. Tegelijkertijd werd ook de voet van de dijk aangepast en alles afgerond voordat in oktober het hoogwaterseizoen begint.
Begin september werd met behulp van wilgenstammen en –takken een simpele kunstburcht gemaakt. Zodat de bevers met hun relatief kwetsbare jongen in ieder geval een alternatief hadden om de dag door te brengen. Eind  september werd de burcht onttakeld en werden de holen in de dijk met behulp van een graafmachine opengelegd. Uiteindelijk was het noodzakelijk om een tweede graafmachine in te zetten, omdat de dijk over een kleine 20 meter lengte was ondergraven met een zevental holen! De aanwezigheid van een elektriciteitsleiding en een kwetsbaar kwelscherm maakte het werk nog een stukje lastiger. Eén hol was deels ingestort en verlaten. Twee holen waren maar enkele meters kort, maar waren nog ‘onder constructie’. De andere vier holen liepen ongeveer 10 meter de dijk in (tot aan het kwelscherm), waren onderling met elkaar verbonden en bevatten drie kamers. Ook bij deze holen waren de bevers nog bezig ze te verlengen (evenwijdig aan het kwelscherm). Doorgaans zijn de gangen die bevers graven ongeveer 30- 50 cm in doorsnede, maar hier kwamen we een gang tegen van 1 meter breed en 40 cm hoog. Door de bevers was ongeveer 4 tot 5 kuub grond uit de waterkering gegraven. Daardoor was een onveilige situatie ontstaan, die bij een serieus hoogwater  uit de hand had kunnen lopen. Het grote geluk was dat de bevers niet door het kwelscherm geknaagd waren (wat niet ondenkbaar was).
De kunstburcht is waarschijnlijk niet als dagrustplaats gebruikt.  De bevers bleken op een andere locatie ook holen te hebben en hebben zich daar teruggetrokken tijdens de werkzaamheden. Wel werd er van de kunstburcht gegeten.
De Zoogdiervereniging heeft het waterschap geadviseerd om het gehele werkgebied te bekijken op voor ingraving door bevers kwetsbare waterkeringen en deze op termijn aan te passen. Het gaat meestal om relatief kleine delen van een waterkering die gevoelig zijn voor ingraving. De kans op ingraving is aanzienlijk te verkleinen door deze locaties aan te passen. Dat kan door een geleidelijke overgang van water naar land te creëren, of als die ruimte er niet is, de oever te verstevigen met gaas of stenen. In alle gevallen is het raadzaam om de op die oever aanwezige bomen en struiken te verwijderen. Wel is het raadzaam de bevers in de directe omgeving een goede alternatieve locatie aan te bieden om een burcht te bouwen of holen te graven. Dat is relatief eenvoudig te realiseren door een steile oever te creëren in combinatie met een waterdiepte van 1-1,5 meter diepte en deze met wilgen te beplanten. Door een dergelijke constructie te maken in de vorm van een (schier)eiland wordt de kans op succes vergroot.
Tenslotte heeft de Zoogdiervereniging het waterschap geadviseerd om in de toekomst direct in te grijpen als zich weer een bever in een belangrijke waterkering vestigt. Dat voorkomt hoge kosten en verkleint het risico op een dijkdoorbraak. De wetgeving is dusdanig dat op tijd ingrijpen mogelijk is.