zaterdag 30 mei 2015

Verwarring, bever, muskusrat en beverrat


De fout wordt zo makkelijk gemaakt: Dan heten de muskusrat en de beverrat ineens een bever. Hoe vaak komt het niet voor dat een krant bij een persbericht over bevers een foto plaatst van een beverrat. De kenner (ik dus ook) ziet het meteen. Een beverrat heeft dikke, grijze neerhangende snorharen en een wat wittige snuit. De ogen staan dichter bij de oren dan bij de neus. Bij de bever precies er middenin. 

Als dan ook de staart nog zichtbaar is, dan moet het helemaal duidelijk zijn. De bever is de enige met een platte staart, de muskusrat en de beverrat hebben een ronde staart. Die van de muskusrat is enigszins driehoekig. Ook de muskusrat heeft een wittige of grijze snuit, zijn oren zijn nauwelijks te zien. Bij de muskusrat is de ondervacht lichter gekleurd. Als de bovenharen aan elkaar klitten ziet de vacht er daardoor wat streperig uit.

Een belangrijk verschil is natuurlijk de grootte, hoewel dit in het veld soms moeilijk te schatten is. De volwassen bever is met 70 cm tot 1 meter (plus 30 cm staart) natuurlijk het grootst, de beverrat is ongeveer 50-60 cm en de muskusrat slechts 30 cm. Maar een volwassen muskusrat is, om de verwarring compleet te maken, wel net zo groot als een jonge bever. Een instinker, waar ik vroeger zelf ook intrapte.



Het certificeringsbedrijf Kiwa heeft de bever tot mascotte gekozen, al jaren geleden. Achterop hun magazine prijkt bij het colofon ook al jarenlang een bever. 

Tenminste, dat dachten ze. Toen ik het magazine in mijn handen kreeg zag ik dat het een muskusrat was, ik schreef een mail en sinds kort staat er bij het colofon één van mijn beverfoto's.
En achterop stond een leuk verhaal over deze vergissing. 

Och, ze waren niet de enigen die zich vergisten. Deze fout zag ik zelfs bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten.

zaterdag 23 mei 2015

Zwerfvuil en andere zaken in beverburchten

 


De gekste voorwerpen kom je soms tegen tussen de takken van beverburchten. Kennelijk verwerken mijn favoriete knaagdieren graag allerlei zaken in het dak van hun onderkomen. Naar de reden moet ik gissen. Gewoon omdat ze het tegenkomen in het zwerfvuil en niet zo nauw kijken? 








"Nergens vind je zoveel rotzooi in beverburchten als in Limburg", vertelde een ecoloog me onlangs. De verklaring? In Limburg komt ontzettend veel zwerfvuil voor langs de oevers van beken en rivieren, meer dan in andere provincies. Geen compliment voor mijn provinciegenoten die kennelijk nogal makkelijk 'iets laten vallen', maar ook komt het zwerfvuil vanuit België via de Maas onze kant op. Vooral veel plastic. En dat is weer geen compliment voor onze zuiderburen.









Wat kwam ik zoal tegen? Vooral veel oude schoenen, maar ook petflessen, boodschappentasjes, speelgoed, een rol isolatietape, sloophout, een rubberen deurmat en een peddel. Het meest verbazingwekkend was de dode vogel die ik onlangs vond. Waarschijnlijk een reiger. Ik plaatste de foto op de Facebookpagina Diersporen, waarop er een hele discussie plaatsvond. Zie link en zoek naar bericht van 8 mei 2015. 


 
diersporen

 
 






Veel mensen meenden dat de bever de dode vogel daar niet zelf had neergelegd, maar ik denk dat de bever dat wel degelijk eigenhandig heeft gedaan. Juist om de reden dat ik al zoveel andere gekke spullen heb aangetroffen op beverburchten. 







Het kan nog gekker. In Alaska ging een bever een bouwmarkt binnen om materiaal te halen. De verkoper vroeg hem nog netjes waarmee hij hem van dienst kon zijn.

http://www.nu.nl/videos/4050098/bever-wandelt-doe-zelf-winkel-binnen-in-alaska.html

dinsdag 12 mei 2015

Beverburchten rijzen als paddenstoelen uit de grond


Vorige week waren we met onze boot op vakantie in Limburg, Gelderland en Noord-Brabant. Varend op de Maas zag ik diverse nieuwe beverburchten, zomaar op de oever van de rivier gebouwd. De laatste twee jaren zie ik dat steeds vaker. 

Een burcht op de rivieroever kan worden weggespoeld bij hoogwater, geen ideale plek dus. Maar als alle plassen naast de rivier zijn voorzien van beverfamilies moet er noodgedwongen naar een andere plek worden gezocht. 
Zeker 4 van die nieuwe rivieroever-burchten zag ik. 


In De Gouden Ham bij het Gelderse Maasbommel ontwaarde ik met de verrekijker verse beversporen tegenover onze aanlegplek. Nadat we op 4 mei in het dorp de dodenherdenking hadden bijgewoond stapte ik nog snel even in de kano. Het was meteen raak, twee bevers. 


 


In een plas naast het kanaal Wessem/Nederweert huizen bevers. Daar had ik ze nog nooit gezien. Met de fiets ging ik er naar toe. Heel in de verte zag ik er drie. Deze bevers waren zo schuw dat ze zelfs onder water naar hun foerageerplek zwommen. Er viel dus weinig te zien. Maar op de terugweg over het fietspad langs het kanaal zag ik kringen in het water bij de oever, achter de begroeiing. Ja hoor, een bever, een nieuwsgierige bever.













Al bijna weer thuis legden we aan bij sluis Panheel, want ik wilde de bevers in de St. Antoniusplas wel eens zien. De beverburcht en een flinke hoeveelheid omgeknaagde bomen had ik daar vorig jaar al ontdekt. Dus alles wees erop dat daar een hele familie zou wonen. Ik zag er drie, helaas nogal schuw. De volgende ochtend om zes uur waren ze nog even schuw. Omdat ik niet verwachtte nog veel te zien te krijgen kanode ik terug naar de boot om nog even naast manlief in bed te kruipen. Maar dat liep anders. In het kanaal zag ik een andere bever zwemmen. Die hield me ruim een uur bezig. Knabbelde eens hier, proefde eens daar, poetste zich en leek totaal niet bang voor die gekke kano met dat gekke mens erin. Uiteindelijk verdween hij in een hol in de kanaaloever op een deel waar de beschoeiing niet best is. Dat was een hele mooie waarneming. Zeker 20 a 25 verschillende bevers zag ik in deze meivakantie. Sommige locaties heb ik niet eens genoemd, dan wordt de opsomming te lang.

 
Gisteravond was ik al weer op de Maas te vinden, nu vanuit onze jachthaven. De bevers bij de Bunkerhaven van Maasbracht kwamen laat naar buiten, maar wel heel dichtbij. Drie stuks zag ik er. Jammer genoeg ging het filmen niet al te best, last van zuiging van de schepen en golven van de speedboten. Zodra het mooi weer is zijn die laatsten er ook altijd, helaas.
In de vroege ochtend deed ik op drie beverlocaties vergeefse moeite om mijn favoriete knaagdier te zien. Vroeg gaan slapen misschien?
Op de terugweg naar huis wandelde ik daarom even door natuurgebied De Doort bij Echt en daar maakten de boomkikkertjes, wielewalen, koekoeken en hazen het weer helemaal goed.

vrijdag 1 mei 2015

Bever gevild

Op waarneming.nl trof ik een foto aan van een gevilde bever. De foto is gemaakt door waarnemer B. Gouda bij het Zandgat IJzendoorn in de gemeente Neder-Betuwe. De waarnemer schreef erbij dat de bever waarschijnlijk het slachtoffer is van stroperij. 

link naar waarneming.nl 




Ik vrees dat we hier met een nieuw fenomeen te maken hebben. Aan 1 afgestroopte bevervacht heb je niets. Best mogelijk dat er lieden in Nederland rondlopen die de vacht van een bever in een ander land kunnen verkopen. Er zijn blijkbaar landen waar men graag in een jas van beverbont rondwandelt.

Jacht op bevers is voor zover ik weet in de meeste Europese landen verboden, maar in b.v. Wit-Rusland zijn er erg veel en heeft de regering besloten dat ze mogen worden afgeschoten. Hun pels wordt gebruikt in de bontindustrie en het vlees wordt gegeten.

In Amerika en Canada wordt ook legaal jacht gemaakt op bevers. Niet alleen om de vacht, maar ook om het castoreum.

Een trieste vondst.